Alles wat je wilt weten over bekkenbodemklachten

Euhhh, bekkenbodemklachten: wat zijn dat precies?

Ga maar even zitten voor een kort biologielesje: het bekken zit onderin de buik. De bekkenbodem is de onderkant van het bekken. Het bestaat uit sterke spieren en bindweefsel. De bekkenbodem zorgt ervoor dat de organen onderin de buik niet naar buiten ballen (zoals je blaas, baarmoeder en het laatste stuk van de darmen). De spieren helpen ook om de plas en ontlasting op te houden. Last but not least speelt de bekkenbodem een rol bij seks en een bevalling. Als de spieren van de bekkenbodem niet goed werken, kunnen verschillende problemen ontstaan. De blaas, baarmoeder en endeldarm kunnen naar beneden zakken als de bekkenbodem ze niet goed ondersteunt. Dit noem je een verzakking. Andere bekkenbodemklachten zijn problemen met het plassen en met de ontlasting. Ben je er nog?

Pfff, ja. Maar waarom krijgen zoveel jonge vrouwen na een bevalling last van hun bekkenbodem?

Nou, tijdens een zwangerschap wordt het bindweefsel onder invloed van hormonen zwakker. De steun- en sluitfunctie van de bekkenbodem wordt slapper. Allemaal volstrekt normaal. Daarbij drukt het kindje tijdens de zwangerschap op de bekkenbodem. Tel daar de bevalling bij op, met eventueel een knip, vacuüm of tangverlossing en de ellende is compleet. Ahum.

Maar over welke ellende hebben we het dan?

Denk bijvoorbeeld aan druppeltjes urine verliezen, tijdens het sporten. Of tijdens een lachbui. Je plas moeilijk op kunnen houden en daardoor vaak naar de WC moeten. Maar ook het steeds opnieuw hebben van een blaasontsteking of pijn bij het vrijen vallen onder bekkenbodemklachten. Evenals problemen met de ontlasting, zoals verstopping of diarree.

Er wordt niet over dit soort klachten gepraat, terwijl het goed te verhelpen is


Jeetje. Is daar wat aan te doen?

Ja hoor, maar veel vrouwen weten dat niet. Dat komt vanwege het taboe. Er wordt niet over dit soort klachten gepraat, terwijl het goed te verhelpen is. Weet je, bekkenbodemklachten na een bevalling zijn normaal en verdwijnen vaak ook weer vanzelf. Je kunt bijvoorbeeld al tijdens je zwangerschap en bevalling bekkenbodemoefeningen doen. Maar overdrijf het niet, doe rustig aan. Geef je borstvoeding? Dan gaat het herstel iets trager, omdat de eierstokken dan weinig vrouwelijke hormonen aanmaken waardoor de wand van de schede vaak droog aanvoelt en de ophangbanden hun oude stevigheid nog niet terugkrijgen. Maar uiteindelijk komt het gewoon allemaal goed.

Bedenk wel dat overgewicht vaak een extra belasting geeft van de bekkenbodem. Het is dan belangrijk om meer te gaan bewegen. En stoppen met roken helpt ook, want hoesten geef veel druk op bekkenbodem. Als de klachten echter blijven bestaan en invloed hebben op je dagelijks leven dan is het verstandig om aan de bel te trekken.

Aan de bel trekken? Bij wie dan? De huisarts?

Ja, bijvoorbeeld. Maar wist je dat er ook een bekkenfysiotherapeut bestaat? Daar kun je rechtstreeks naar toe. Veel vrouwen vinden het lastig om plas- en ontlastingsproblemen te bespreken, omdat ze zich schamen. Nergens voor nodig. De bekkenfysiotherapeut is gespecialiseerd in bekkenbodemklachten. Zij zal je tijdens een intakegesprek een aantal vragen stellen. Sinds wanneer en waar je precies last van hebt bijvoorbeeld. Ze kan je vragen om een plasdagboek, ontlastingsdagboek of pijndagboek bij te houden. Dit is belangrijk voor een goede diagnose. Vervolgens volgt een lichamelijk onderzoek. De lage rug wordt bekeken, heupen en ademhaling. En een inwendig onderzoek om bekkenbodemspieren te onderzoeken.

Bekkenfysiotherapeuten maken veelal gebruik van een apparaat waarmee alle spiertjes in de bekkenbodem kunnen worden gemeten. Je kunt zelf meekijken op een iPad. Ja, echt. Op die manier kom je te weten waar de klachten precies zitten zodat je doelgericht kunt gaan trainen. En via dat apparaat kun je ook zien wát je precies aan het doen bent. Appeltje, eitje. Nee hoor, dat is de kort door de bocht. Maar blijf vooral niet lopen met bekkenbodemklachten. Er is écht veel aan te doen.