De bekkenbodemspieren vormen letterlijk de bodem van het bekken. Afbeelding 1 en 2 tonen de bekkenbodemspieren van de vrouw. De bekkenbodem bestaat uit meerdere spieren en lagen die er samen voor zorgen dat de organen in het bekken (blaas, plasbuis, vagina, baarmoeder en endeldarm) ondersteund worden. Tegelijkertijd worden de plasbuis en de endeldarm afgesloten waardoor er controle is over het plassen en ontlasten. De bekkenbodemspieren hebben ook een belangrijke taak bij het handhaven van de rompbalans.
Net als alle andere spieren in het lichaam, kunnen de bekkenbodemspieren bewust worden aan- en weer ontspannen. Aanspannen is belangrijk wanneer we bijvoorbeeld het plassen willen uitstellen of een windje willen tegenhouden. Ontspannen is belangrijk wanneer we willen plassen of ontlasten.
Naarmate we ouder worden gaat de conditie van de spieren en dus ook van de bekkenbodemspieren achteruit (zie vorige uitgave Seniorenwijzer). In de bekkenbodem vermindert als eerste de conditie van de kringspieren. De kringspieren moeten de plasbuis en de darm snel en krachtig kunnen afsluiten. Het verlies van druppeltjes urine of van windjes is vaak een eerste teken van veroudering van de bekkenbodem. Het deel dat de organen ondersteunt, blijft meestal langer in conditie maar op den duur kan ook deze functie afnemen.
Er zijn verschillende fases in een het leven van een vrouw waardoor de bekkenbodemfunctie kan veranderen. Allereerst is dit de bevalling. Tijdens de bevalling worden de bekkenbodemspieren flink opgerekt waardoor ze beschadigd kunnen worden. Deze schade herstelt vaak slechts ten dele. Dit wordt vaak niet direct opgemerkt omdat op de leeftijd dat vrouwen kinderen krijgen zij meestal nog compensatiemogelijkheden in de bekkenbodem hebben. Er zijn echter ook vrouwen bij wie de schade, ontstaan tijdens de bevalling, zo ernstig is dat zij dan al kampen met bekkenbodemproblemen als urine- of ontlastingsverlies of een verzakking.
De volgende fase bij de vrouw waarin bekkenbodemproblemen zich vaak manifesteren is de overgang. Door de overgang wordt al het weefsel rond de plasbuis, vagina en darm dunner en daardoor moeilijker af te sluiten. Als dan de bekkenbodemspieren minder goed werken, kunnen problemen ontstaan met de ondersteuning van de organen en het controleren van het plassen en ontlasten.
Naast de natuurlijke achteruitgang van de bekkenbodemspieren en bijvoorbeeld de invloed van bevalling en overgang zien we vaak ook dat de bekkenbodemspieren niet op de goede manier werken. Dat ze bijvoorbeeld niet op het juiste moment aan- of ontspannen, niet met de juiste kracht aanspannen of niet op het juiste moment en in de juiste mate kunnen worden ontspannen. Om bijvoorbeeld het verlies van urine of van windjes tijdens het opstaan vanuit een stoel te voorkomen, moeten de bekkenbodemspieren vóórdat de beweging wordt ingezet al aangespannen. Dan worden de plasbuis en de darm afgesloten en ontstaat er minder snel ongewenst urine- windjes of ontlastingsverlies. Ontspannen is ook heel belangrijk want wanneer de bekkenbodemspieren niet volledig ontspannen, zijn de plasbuis en de darm niet goed doorgankelijk tijdens het plassen en ontlasten. Dit leidt dan weer tot het niet volledig kunnen leegplassen en het niet optimaal kunnen lozen van ontlasting.
Het is dus belangrijk dat de bekkenbodem in goede conditie is en blijft. Bekkenbodemspiertraining hoort thuis in elke training of in elk beweegprogramma voor ouderen. Helaas is dat nu nog niet het geval. Veel ouderen stoppen met bewegen of sporten omdat ze juist dan urine, ontlasting of windjes verliezen. Het goed gebruiken van de bekkenbodemspieren is dus belangrijk tijdens het sporten. De bekkenbodemspieren zijn echter niet voor iedereen makkelijk te vinden, laat staan te trainen. Daarom zou hier meer aandacht voor moeten zijn tijdens welke vorm van bewegen dan ook. Daar waar de overheid inzet op het langer thuis wonen en zelfstandig functioneren van ouderen, is incontinentie (te) vaak een beperkende factor. Ook voor mantelzorgers is incontinentie vaak de reden waarom zij de zorg niet meer aan kunnen en degene voor wie zij zorgen, moet worden opgenomen. Het blijven bewegen, met inzet van de bekkenbodem, is één van de dingen die we zelf kunnen doen om zo gezond en zelfstandig mogelijk oud te worden!
De bekkenfysiotherapeut kan u adviseren over het ‘fit’ houden van uw bekkenbodemspieren.
Bron: https://www.seniorenwijzer.eu/de-bekkenbodemspieren-van-de-vrouw/