De ziekte van Parkinson is de snelst toenemende hersenziekte in de wereld en ook in Nederland. In dit land heeft nu ongeveer één op de 22 personen deze ziekte. In 2020 hadden circa 63.500 inwoners Parkinson. Bij ongeveer 30 % van hen uitte de ziekte zich al vóór de leeftijd van 65 jaar. Een aanzienlijk aantal mensen is onder de 50 of zelfs 40 jaar.
Als gevolg van een vergrijzende Nederlandse bevolking wordt er verwacht dat tussen 2015 en 2040 het aantal mensen met de ziekte van Parkinson met 56 % zal toenemen.
Begin van Parkinson
Parkinson kent uiteenlopende effecten (symptomen). De ziekte van Parkinson begint vaak met slechter kunnen ruiken, moeite met de stoelgang (plat gezegd: de keutels worden hard(er) en je moet meer persen), onrustige bewegingen tijdens het dromen en somberheid.
De eerste symptonen van de ziekte van Parkinson zie je ook bij andere bewegingsstoornissen. Daarom duurt het vaststellen van de ziekte vaak lang. Bij de ziekte van Parkinson breiden de effecten zich langzaam uit. De klachten verschillen per mens en kun je verdelen in klachten die te maken hebben met bewegen (motorisch) en niet-motorische klachten
Bewegen (motorisch)
Meer moeite met normale bewegingsactiviteiten, zoals lopen, aankleden, praten of eten (te weinig of langzaam bewegen); het beven van de armen en soms ook benen (trillen); verhoogde spierspanning (stijfheid); moeite met evenwicht bewaren en vallen (balansproblemen).
Niet-motorische klachten
Andere soorten klachten: pijn, moeite met slikken en stoelgang, plas- en erectieproblemen, slecht kunnen slapen en heftig dromen, waarbij je met je armen en benen om je heen slaat, langzaam denken, moeite met dingen onthouden, met aandacht bewaren, minder goed ruimte kunnen inschatten en plannen, problemen met plannen bedenken en beginnen met activiteiten, somberheid, angst en depressie.
Plas- en poepproblemen
Welke klachten het eerst opduiken en welke zich het meest en het snelst ontwikkelen (veelal heel gestaag), verschilt per persoon. Blaas- en darmklachten, oftewel heel vaak moeten plassen en moeite met poepen (harde keutels), kunnen een vroeg signaal zijn van de ziekte van Parkinson. Ook erectieproblemen en een drogere vagina kunnen er door ontstaan. Dit als gevolg van de verstoorde communicatie tussen de hersenen en het bekkenbodem. Dat is de spier waarmee mensen anus, endeldarm en blaas, maar dus ook de penis en de vagina, als het ware aansturen.
Drinken en eten
Om plas- en darmklachten te voorkómen is het verstandig minimaal anderhalve liter vocht (bij voorkeur leidingwater) te drinken en om op regelmatige tijden gevarieerd en vezelrijk te eten.